Spelen in het orkest: Mechteld

Na 32 jaar er niet naar omgekeken te hebben, heb ik in 2012 mijn viool opgepoetst, laten reviseren en heb weer les genomen. In 2015 wilde ik iets meer doen met muziek en heb ik mij schoorvoetend richting orkest begeven. Ik vond dit namelijk een hele grote stap en was doodsbenauwd dat ik alleen maar vals zou spelen van de zenuwen. Het orkest heette mij van harte welkom. Met alle aangeboden hulp, foefjes en technische kneepjes groeide mijn zelfvertrouwen en boekte ik langzaam vooruitgang in mijn spel. 

In een orkest maak je de muziek samen. Dit gebeurt onder leiding van een dirigent. Bij ons orkest staat een uiterst kundig iemand op de bok. Hij weet goed hoe hij de muziek wil overbrengen.

Ik begrijp heel goed wat hij bedoelt, ook al kan ik het niet altijd waarmaken. Gelukkig zijn we met méér en als we samen spelen, klinkt het steeds meer zoals de bedoeling is van de dirigent. Wat me opviel toen ik net bij het orkest zat, waren de vaak subtiele bewegingen van de dirigent. Zijn inleving en zijn aanwijzingen met signalen, niet alleen van de baton (het dirigentenstokje) maar ook van zijn ogen, zijn handen, armen en soms hele lijf.

Soms beweegt de ene hand terwijl de andere hand stoïcijns de baton blijft zwaaien.Hij kan zich voorover buigen en zacht en dwingend de dynamiek aangeven, zich achterover laten leunen in triomf, met wipjes op de stoel het orkest aandrijven tot een energie, majestueus en volumineus alsof hij zeggen wil ‘Laat je horen! Knallen!’ Ook kan hij met zijn ogen dicht en het gezicht naar het plafond gericht er  intens gelukzalig en kwetsbaar uitzien. Of hij beweegt nauwelijks en dan zijn de bewegingen met de baton miniem.

Hij nodigt het orkest uit om te luisteren, te reageren op elkaar, om samen de toon mooier te krijgen, steeds meer de bedoeling van de componist te laten horen. Het is dus van wezenlijk belang goed op de houding en mimiek van de dirigent te letten. Soms kijk ik de dirigent niet rechtstreeks aan maar zie ik hem vanuit mijn ooghoek. Wat niet altijd meevalt omdat ik ook nog op mijn bladmuziek moet kijken welke nootjes er allemaal gespeeld dienen te worden.

Naarmate de beheersing van het stuk vordert, neemt het kijken toe. Er worden moeilijke stukken gespeeld. Die zijn een uitdaging. Als we het onder de knie hebben gekregen, voelt dat als een overwinning.

Na de repetitie is er gelegenheid om nog wat te drinken en samen te praten over van alles en nog wat. Er worden ideeën en nieuwtjes uitgewisseld over muziek- en andere voorstellingen. Er worden afspraken gemaakt om samen daar naar toe te gaan of om samen eens een bepaald stuk door te nemen. Ook dat is een gezellig onderdeel van het samen spelen in een orkest.

Ik zal nooit die 32 jaar van ‘niet spelen’ in kunnen halen, maar door weer te beginnen met viool spelen, heb ik nu enorm veel plezier in het samen muziek maken. Dat zou ik voor geen goud willen missen. En daar bedank ik mijn mede-orkestleden en mijn dirigent uit het diepst van mijn hart voor!